Wij vernieuwen niet, wij verbeteren!

De school maakt werk van kwaliteitsvol onderwijs door zichzelf voortdurend uit te dagen. Die ingesteldheid heeft ook haar valkuilen. De kunst zit er hem in om die drang naar verbetering te zoeken in vele kleine, haalbare stappen. Die leiden vanzelf en geleidelijk naar een grotere omwenteling.

“Vernieuwen om de vernieuwing. Daar doen wij alvast niet aan mee.Trouwens, vernieuwing betekent niet dat al het vorige niet deugde. Neen, we vernieuwen omdat we vooral onszelf willen uitdagen in het verbeteren en in het inspelen op de realiteit van de school.” (directie)

Drie bepalende factoren

Evolutie in schoolpopulaties

“Onze school is aan het veranderen en daar hebben heel wat mensen uit het team het moeilijk mee. Ze kunnen dit niet of moeilijk aanvaarden. Maar ook zij zullen moeten nadenken over hoe we het best omgaan met deze toestroom van diversiteit. We zijn alvast gestart met ons zorgteam te professionaliseren. We gaan daarvoor op zoek naar externen die ons hierbij kunnen ondersteunen.” (directie)

In de huidige complexe en diverse samenleving waarbij de samenstelling van klassen voortdurend evolueert, wordt het steeds moeilijker om pasklare antwoorden te bieden op een veelheid aan problemen en situaties. Een waaier aan factoren spelen gelijktijdig een rol:

  • de schoolcultuur,
  • de relaties die zich ontwikkelen binnen de school (die steeds evolueert) en met de omgeving (die eveneens evolueert),
  • de eigen invulling van het curriculum,
  • de verschillende emoties en motivaties van alle actoren,

Het beroep van leraar kenmerkt zich nadrukkelijker door complexiteit en onvoorspelbaarheid. Hierdoor is het noodzakelijk om leerkrachten te ondersteunen in flexibiliteit en het omgaan met veranderende situaties.

Enkele tips.

Stimuleer een onderzoekende en reflecterende houding.

Dit is noodzakelijk om na te gaan hoe je pedagogisch-didactische aanpak kunt bijstellen in functie van optimale leer- en ontwikkelingskansen van alle leerlingen. Leren van elkaar en in het bijzonder, fouten mogen maken en ervaringen (durven) delen met anderen zijn hier essentieel. Die reflecterende houding zal ervoor zorgen dat ook toekomstige uitdagingen minder overweldigen.

Geef aandacht aan gevoelens van controleverlies.

Hofstede & Hofstede deden een internationaal onderzoek rond organisatieculturen. Daarin merkten ze dat organisaties die onzekerheid accepteren als een normaal verschijnsel, minder druk uitoefenen op het denken van hun personeelsleden en meer tolerant zijn tegenover diversiteit. Organisaties die een hoge mate van onzekerheid toelaten, beschouwen culturele conflicten als een normaal en leerzaam verschijnsel in plaats van als iets disfunctioneel of iets om te vermijden.

De gangbare gedachte is: “wat anders is, is interessant”. Dit komt overeen met het concept van de lerende organisatie en het permanent leren in teams. Organisaties met een sterke neiging tot het vermijden van onzekerheid hebben een management dat meer beheersmatig is. Deze organisaties laten zich eerder leiden door de gedachte: wat anders is, is gevaarlijk. 2 Hieruit leren we dat scholen die flexibel staan tegenover verandering en onvoorspelbaarheid, beter in staat zijn om als lerende school hierop in te spelen.

Klassen worden alsmaar meer divers en complex. Het aandeel kinderen dat in armoede opgroeit, neemt het laatste decennium toe. Dit is ook het geval voor het aandeel kinderen met een niet-Belgische nationaliteit in Vlaanderen. 25,5% van de kinderen geboren in Vlaanderen in 2013, spreekt een andere taal dan het Nederlands met zijn/haar moeder. Frans als thuistaal komt het vaakst voor in deze gezinnen (5,2%). Arabisch en Turks komen respectievelijk op de tweede en de derde plaats 1

Nieuwe inzichten uit onderzoek

“Er is veel dat we gewoon vanuit onze buik doen, of waarbij we ons gezond verstand gebruiken. Maar toch, ik vind het belangrijk dat we ons informeren over resultaten van onderzoeken, zodat we ook vanuit een wetenschappelijk onderbouwde visie kunnen werken.” (leerkracht 2de leerjaar)

Al te vaak stoten begeleiders op sceptische reacties. Die mogen er zijn. Op voorwaarde dat het om gegronde tegenwerpingen gaat. Als we inzichten van tafel vegen omdat die uit een bepaald land komen of niet passen in iemands (politiek) denkkader dan ondermijn je al heel snel de basis om te vernieuwen.

Enkele tips.

Werk samen met externen.

Die kunnen onderzoeksresultaten toegankelijk maken voor een ruim publiek. Dat maakt dat de transfer van onderzoek naar de praktijk gemakkelijker kan verlopen.

Enkele van deze organisaties zijn:
- Steunpunt Diversiteit & Leren
- Centrum voor Taal en Onderwijs

Op de websites van bovenstaande organisaties zijn toegankelijke wetenschappelijk onderbouwde publicaties beschikbaar.

Leraren die functioneren in steeds evoluerende schoolcontexten kunnen gesterkt worden in hun praktijk door zich te baseren op nieuwe inzichten uit onderzoek. Op voorwaarde dat ze er kunnen en durven op vertrouwen.

Gelijke onderwijskansen creëren

Veel instromers, nieuwkomers, zitten hier samen waardoor er een grote concentratie is aan anderstaligen die weinig of geen Nederlands kunnen. Ze mogen niet langer dan tot hun 14 jaar in de lagere school blijven. Vaak hebben we tijd te kort en dan moeten ze naar de B-stroom, terwijl ze veel meer aankunnen. Dat is jammer, want zij zijn getalenteerd.” (leerkracht 6de leerjaar)

Leerkrachten, zorgcoördinatoren, directies,… moeten handelen vanuit een professionele houding. Dat betekent dat ze voldoende kennis van zaken hebben en zich bewust zijn van eigen percepties ten aanzien van talige diversiteit. Het is noodzakelijk om alert en adequaat om te gaan met leerlingen die opgroeien in een niet - Nederlandstalige thuisomgeving én meer nog voor leerlingen met een lager sociale status, opdat ook deze leerlingen gelijke onderwijskansen zouden krijgen.

Enkele tips.

Trek dus niet te snel de verkeerde conclusies. Leerlingen met een thuistaal niet – Nederlands en in het bijzonder leerlingen met een thuistaal die behoort tot de taalminderheden, worden vaker gepercipieerd als zijnde onbekwaam, minder intelligent, … We denken en handelen sneller vanuit een vermoeden van een (taal)probleem. > *”Ze kunnen niet minder. Het is net andersom. Ze doen vaak veel meer dan de ‘doorsnee leerling’.” (directie)* Meer informatie over eigen percepties, geloof in leerlingen,… kan je terugvinden in het luik ‘De rol van de leerkracht’

Observeer en evalueer breed.

Taalvaardigheid - breed evalueren.

Wees alert bij een vermoeden van een mogelijk taalprobleem bij meertalige/anderstalige kinderen. Probeer eerst te achterhalen wat het probleem zou kunnen zijn. Blijf een onderscheid maken tussen een taalprobleem en de fasen in een ‘normale’ (meertalige) taalontwikkeling.

Meer informatie kan je vinden in de volgende bronnenkaarten:

Meertalige taalverwerving Problematische taalverwerving? Taalvaardigheid breed evalueren

Betrek de ouders.

Een anamnese (vragenlijst) laten invullen bij de inschrijving kan een handig instrument zijn om taalachtergrondinformatie over het kind te verzamelen. De ‘Intervisiewerkgroep meertalige kinderen’ vanuit Sig vzw (Sterk in grenzen verleggen) ontwikkelde een uitgebreide taalanamnese (Anamnese Meertalige kinderen). Die is gebaseerd op de taalanamnese van Manuela Julien. Deze vragenlijst wordt gebruikt om een beter zicht te krijgen op de kwaliteit en de kwantiteit van het taalaanbod, de attitude van het kind en zijn ouders ten tegenover verschillende talen en de kwaliteit van het taalaanbod. De AMK-lijst is vertaald in het Frans, Engels, Spaans, Italiaans en Turks.3


Laat je ondersteunen door externe experten.

Manuel Julien pleit er in haar boek *‘Taalstoornissen bij meertalige kinderen’* sterk voor om de ontwikkeling van de thuistaal in kaart te brengen. Dit is een essentieel onderdeel van een goede taaldiagnostiek. Bij taaldiagnostiek hebben scholen het vaak moeilijk om de taalontwikkeling van de moedertaal in te schatten. Het expertisecentrum Code van Thomas More Antwerpen leidde via het project *‘Meer-Taalinzicht’* (2013) taalanalisten voor zeventien talen op. Zij zijn in staat om de thuistaal van meertalige kinderen te beoordelen. De informatie die een taalanalist verzamelt, helpt de logopedist om een verantwoorde taaldiagnostiek te maken en om verkeerde diagnoses te vermijden. Je kunt taalanalisten aanvragen via de website van Experticecentrum Thomas More en Regionaal Integratiecentrum Foyer Brussel.

Positief omgaan met talige diversiteit heeft een sterke band met het creëren van gelijke onderwijskansen. De cijfers liegen er niet om: een hoog percentage van de anderstalige of meertalige leerlingen verlaten de school zonder diploma. 70 procent van de anderstalige leerlingen worden doorverwezen naar het beroepsonderwijs.

’t Is complex, er zijn veel valkuilen, dus mind the gap!

En toch, het is meer dan de moeite waard! Dus mocht je twijfelen, ga dan naar ‘Kern van de zaak’ en ontdek de vele voordelen.